
Thuis in de natuur
Overal dringt het besef door dat we in een heftige klimaatcrisis verkeren. Hoe kun je nu nog ontspannen en meditatief wandelen?
De herfst staat weer voor de deur, de dagen worden korter en de bladeren verkleuren. Het wordt, zoals alle jaren, toch weer herfst. En natuurlijk willen we altijd nog even genieten van de nazomer. Tenminste, als we onszelf daarvoor de tijd gunnen. Maar Thea, een oude vriendin, schreef me dat het tegenwoordig voor haar moeilijker is om - zoals vroeger - onbezorgd te genieten van het bos, beukennootjes en eikeltjes te rapen met de kleinkinderen en paddenstoelen te zoeken tussen de bomen. Ook beginnen haar kleinkinderen vaak over de klimaatcrisis waarin wij verkeren en daar heeft ze het dan moeilijk mee. Telkens als er een warme herfstdag voorbij komt, schiet het haar te binnen: te warm, klopt niet, fout. En dan is het moeilijk ontspannen in het zonnetje te lopen.
We raakten hierover met elkaar in gesprek, juist een paar dagen nadat ik met een groepje vrienden en vriendinnen op 21 september met de klimaatmars in Amsterdam had meegelopen. We torsten borden met ‘no fossil fools’, ‘there is no plan(et) B’, ‘vernietig ons thuis niet’, ‘we hebben allemaal maar één moeder’. In de binnenstad riepen we luid dat er een andere economie moest komen, duurzaam en met een eerlijkere verdeling van de winst over alle mensen. Beelden er van waren al tijdens de mars wereldwijd verspreid via smartphones die iedereen bij zich droeg en ’s avonds was er een uitzending over op de tv. En we wisten: we staan nu niet alleen. Alleen al op die dag waren er in Duitsland meer dan een miljoen mensen de straat op gegaan. En op diezelfde avond zei de jonge Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg op een congres in New York voor de VN: ‘We hebben elkaar gevonden en stoppen niet meer.’
Oude wijsheid
Thea en ik zijn het er over eens dat de situatie alarmerend is. Tegelijkertijd zien wij ook nog wel wat lichtpuntjes in het donker. Juist omdat wetenschappers de situatie zo donker afschilderen komt er ook veel tegenactie los. De jongeren komen in opstand, want die willen niet op een oververhitte aarde leven. En zij voeren druk uit op de politici en het bedrijfsleven om met radicalere oplossingen te komen, ‘want zo kan het niet langer’. Gaat het de politiek en het bedrijfsleven lukken om een radicale transitie naar een fossielvrije en rechtvaardige economie te realiseren? Het lijkt, gezien alle belangen die spelen, bijna niet realiseerbaar.
Maar is daarmee het verhaal van de mens op aarde ten einde? Misschien spelen er ook krachten mee die tot nu toe te weinig aandacht kregen maar wel van wezenlijk belang zijn. Terwijl Thea en ik daarvan voorbeelden proberen op te diepen schiet mij iets te binnen wat ik vroeger heb meegemaakt. ‘We hadden toen ik jong was in ons dorp een huisarts waar mijn moeder goed mee overweg kon en die vaak bij ons langs kwam. Hij was heel goed, werd erg gewaardeerd en had een heel eigen kijk op de ontwikkelingen in de geneeskunde . We wisten dat hij met zijn vrouw en kinderen vaak wandelingen in de natuur maakte en daar waren we erg jaloers op, want we hoorden dat hij enorm veel wist en goed kon vertellen over de geneeskracht van planten en kruiden. Het ging dan om oude kennis die niet vergeten mocht worden.’
‘Op een middag sprak mijn moeder hem aan over een flesje Sint Janskruid. Ze had dat gekocht om iets bij de hand te hebben als wij een wondje hadden of extra vitamine C nodig hadden. Trots las ze van het etiket voor wat voor eigenschappen en werkzame bestanddelen zij met dit flesje nu in huis had. Maar de huisarts griste het uit haar handen en zei dat dit nooit zou werken. Hij zei toen iets wat ik nooit ben vergeten: ‘Sint Janskruid is een bijzondere vriend van de mensen. Het is een unieke plant die zich als geen andere volzuigt met zonne-energie en dat ook aan ons wil doorgeven. Maar wat doen wij in onze moderne tijd? Dat vergeten wij. We maken hem dood, snijden hem in stukjes en verkopen dan de onderdelen voor goed geld. Maar de onderdelen werken niet als je die losmaakt uit een levende plant.’
Toen mijn moeder verbaasd vroeg wat ze dan wel kon doen, gaf hij als wijze tip: ‘ Zorg dat je wat Sint Janskruid in je tuintje hebt, verzorg hem goed, pluk hem als het hoogzomer is. En als je hem dan nodig hebt om op een wond te smeren, zal hij zijn genezende krachten aan je doorgeven. Vergeet niet: deze plant is een levend wezen dat geheimzinnige lichtenergie van de zon bewaart en wil doorgeven. Het is je vriend.’ Ik herinner me dat mijn moeder daarna een klein kruidentuintje aanlegde waarvan ze af en toe iets plukte voor in de keuken of als we ziek waren.
Maar de moderne tijd ging door. Daar heb ik ook nog een herinnering aan. Toen de huisarts een paar weken later weer bij ons thuis was, gebeurde er iets dat grote indruk op me maakte. Er vloog een vliegtuig laag over ons huis en mijn moeder schrok er van. ‘Weer iets van de moderne tijd, dat hoeft voor mij niet, ’ lachte ze. Maar de huisarts lachte niet en zei: ‘Die krijg je niet meer weg. Er zullen er steeds meer komen. En wie weet wat ze allemaal in de lucht gaan uitspoken. Het moderne denken is nu op hol aan het slaan. Ook dat houd je niet meer tegen. Als we maar niet de oude wijsheid vergeten. Die blijft diep in de wereld van de planten en de dieren aanwezig en is ook in ons niet weg te krijgen. Wacht maar, als het moderne denken laat zien hoe vernietigend het is, rampzalig wordt en op zijn retour gaat, dan komt de oude wijsheid weer terug.’
Struinen in de natuur
Thea en ik zijn het er over eens dat veel van deze oude wijsheid verloren dreigt te gaan. Maar ze is niet helemaal weg, soms komt ze weer boven. Vooral als je de kans krijgt even helemaal onder te duiken in ‘moeder natuur’. Thea, die in de buurt van Nijmegen woont, vertelt enthousiast hoe ze soms een dag met een groepje vriendinnen gaat struinen in het ooibos van de Millingerwaard. ‘Dan weet je echt niet wat je meemaakt. Dat moet je niet in het voorjaar doen, want dan staat alles onder water, maar als je het nu waagt is alles droog. Er is geen asfalt, er zijn geen mensen en je zoekt je weg tussen metershoge schietwilgen en fladderiepen met bladeren op steeltjes. Je ruikt de vochtige lucht, her en der moet je over omgevallen bomen klimmen en ver weg hoor je altijd spechten roffelen op dode bomen’.
‘We hebben veel lol, maar zeggen niet veel. Stil lopen en al je zintuigen worden geprikkeld. Je hoort je hart, je adem en op dat ritme zet je stappen. Heel anders als wanneer je thuis achter de computer zit. Je vergeet even alles omdat je erg op moet opletten waar je loopt en je laat je lijf doen waar het zin in heeft. Je gaat helemaal open en wandelt gewoon om er te zijn. Heel gezond en heel meditatief. En je ontdekt ontzettend veel, want het is iedere keer anders. ‘
Daar kan ik helemaal in meegaan en als Thea nieuwsgierig wordt vertel ik haar over een experiment waar ik momenteel mee bezig ben. Niet in de ruigte van Millingerwaard, maar in een simpel stadsparkje vlak in de buurt. ‘Het is begonnen in augustus 2016. Een kleinkind was geboren en de dag na de geboorte mocht ik het in mijn handen houden. Heel ontroerend, zo’n jong leven. Een wonder, zo teer, zo krachtig. Terwijl de familie om me heen druk bezig was met het ontvangen van binnenkomend bezoek en iedereen gezellig babbelde bij beschuit-met-muisjes ontstond er een heel intiem contact met de pasgeboren Floor. Ik ging met haar mee ademen en raakte diep ontroerd. Op dat moment kwam mijn mind tussenbeiden en begon ik mezelf bezorgd af te vragen: in wat voor wereld verwelkomen we je, Floor? In wat voor wereld ga jij opgroeien? De aarde warmt snel op en hoe zal onze planeet er voor staan als jij 21 jaar bent en ik – misschien – 100? Het werd een vraag die me niet meer los liet.’
‘In mijn overmoed beloofde ik haar een science-fiction verhaal te gaan schrijven over het jaar 2037. Vroeger schreef ik wel eens sf-verhalen, dus waarom nu niet? Maar toen ik een paar maanden later mijn eerste aanzetten begon op te schrijven merkte ik dat ik voortdurend vastliep. Wie kan er iets zinnigs zeggen over 2037? Wat ik ook schreef, het werd onmiddellijk ingehaald door de realiteit. Alle scenario’s bleven open liggen. Frustrerend.’
‘Maar eind vorig jaar kreeg ik een ander idee. Als ik niet over de toekomst kan schrijven, waarom dan niet over het nu? Er is nu ook veel te beleven en misschien is dat interessant om te lezen in 2037. Ik besloot een soort dagboekje te gaan maken over wat er iedere dag in de parkjes in mijn omgeving te beleven valt. Met heel veel foto’s en tekeningen, want misschien worden er over twintig jaar nauwelijks nog teksten gelezen en communiceren mensen met elkaar via beelden en icoons. Begin dit jaar ben ik daarom begonnen iedere dag even een van de parkjes in te gaan, rustig en meditatief rond te wandelen, echt stil te staan bij onze stadsnatuur en dan korte notities te maken. Het is wonderbaarlijk wat je dan meemaakt.’
‘De werktitel is ‘off-line in het park’, want ik wil niet gestoord worden door apps op mijn smartphone. Gewoon meemaken wat er met de planten en dieren gebeurt, contact met hen zoeken, vrienden er mee worden. En wat je dan ontdekt is misschien wat onze vroegere huisarts ook meemaakte: planten en dieren leven intens en hebben een wonderlijke manier om met elkaar te communiceren en te overleven. En ook in de stadsparkjes is de natuur veerkrachtig, vindingrijk en heel intelligent. Is dat geen goed verhaal van opa voor 2037?’
Trouw blijven aan de aarde
We hebben er allebei lol in. Het leven kan niet gek genoeg zijn. We praten weer over de kleinkinderen. Dan zegt Thea onverwacht: ‘Even een zijpaadje. Ik herinner me plotseling dat de filosoof Friedrich Nietzsche zo’n 150 jaar geleden ook al met een zakboekje de natuur in trok.’ ‘Vergelijk mij alsjeblief niet met hem,’ reageer ik grinnekend. Maar toch wil ik wel weten hoe en waarom hij dat deed. Thea: ‘Om te genezen, want hij voelde zich in die tijd ziek van alles wat er in en om hem heen gebeurde.’ Is het hem gelukt?
Thea: ‘Ja, maar om dat te zien moet je iets meer van zijn achtergrond weten. Nietzsche nam de beslissing om in de natuur te gaan leven op het moment dat hij in Basel hoogleraar klassieke talen was. Hij was een bekende figuur in de culturele kringen van die tijd maar had ook een gruwelijke hekel aan de in zijn ogen domme culturele elite die niets wist van het echte leven. Hij werd er fysiek ziek van, kreeg eetstoornissen, voortdurend aanvallen van migraine en kon niet meer slapen. Op dat moment besloot hij zijn leven helemaal om te gooien, zijn baan op te zeggen en zich terug te trekken in de natuur´
´In de Zwitserse Alpen vond hij een plek waar hij rustig kon nadenken en schrijven. Bij Sils Maria betrok hij een klein pensionnetje dat pal tegen een bergwand aan lag en ging van daaruit dagelijks wandelingen maken, vaak vijf tot zeven uur per dag. Onderweg noteerde hij boeken als ‘ Menselijk al te menselijk’ en ‘De vrolijke wetenschap’ . Die boeken heb ik ooit gelezen en hebben diepe indruk op me gemaakt. Wat me vooral fascineerde is hoe de natuur de trouwe metgezel en stille getuige werd van zijn innerlijke stemmingen en worstelingen. Hij kwam niet alleen dichter bij de natuur, hij werd er één mee en toen werd de natuur een onuitputtelijke bron van inspiratie. Dit ervoer Nietzsche als een diepe bevrijding, alsof er eindelijk ruimte en frisse lucht kwam in zijn leven. Een diepe levenslust werd in hem wakker, zijn hele lichaam ging open alsof de vitaliteit en intelligentie van de natuur in hem zelf wakker werd. Hij beschreef dit als een adembenemende ervaring: zijn lichaam begon te sidderen, zijn instincten en emoties kwamen los, hij begon spontaan te zingen en zijn wandelingen werden dansen in de bossen en de bergen.’
‘Op deze manier raakte hij niet alleen persoonlijk genezen van zijn ziekten, hij kon ook diepe inzichten formuleren over de relatie van de mens met de natuur. Hij zag hoe de cultuur van zijn dagen steeds meer afstand nam van de natuur en daarmee de levenslust in mensen uitdoofde. Maar dat was niet einde verhaal. Door weer één te worden met de natuur kon de levensvonk weer opvlammen. Dat heeft Nietzsche in vlammende betogen neergeschreven en die worden weer actueel, juist nu in de huidige klimaatcrisis. Een van de uitspraken die me van hem is bijgebleven is: ‘De aarde is ziek en die ziekte heet mens’. Nietzsche wordt daarom vaak als een pessimist afgeschilderd, maar dat is hij niet. Hij ziet een geneesmiddel voor de mens, voor de nieuwe mens die hij een ‘Übermensch’ noemt: trouw blijven aan de aarde. De nieuwe mens is groen.’
Meditatief wandelen
Thea is helemaal opgewonden geraakt door haar verhaal en daar genieten we allebei van. Maar, ontdekken we na een tijdje, wij zijn geen Nietzsche en leven in een andere tijd. En waar zijn de bergen en bossen? Waar liggen de kansen in onze eigen omgeving? Ik kan Thea een paar tips geven: ‘Onlangs, op een feestelijke dag in het park hier vlakbij, kwamen we langs een tentje waar in grote letters op geschreven stond ‘probeer een mindwalk’. Nieuwsgierig deden we navraag en wat bleek: er zou onder leiding van een coach een tocht worden georganiseerd in het park, waarbij de deelnemers met aandachts- en ademhalingsoefeningen geholpen zouden worden om de mind leeg te maken, de zintuigen te openen en op een nieuwe manier contact te krijgen met de natuur.’ ‘We schreven ons in en het werd inderdaad een unieke tocht. Ook plekken die je al lang meende te kennen bleken vol verrassingen te zijn. Vooral omdat de zintuigen zich openden en het denken naar de achtergrond verdween kon eenheid ervaren worden met alles wat zich in en om ons heen afspeelde. Toen we ervaringen deelden bleek iedereen verfrissend nieuwe ervaringen te hebben opgedaan.’
Toen we hierop doorgingen kwamen er ook bij mij meer herinneringen op. ‘Dit is maar één mogelijkheid. Er zijn er natuurlijk heel veel meer. In de jaren ’80 van de vorige eeuw heb ik een tijd zen meditaties gedaan en daarbij, naast het stil en aandachtig zitten, ook kinhin, een soort wandelmeditatie. Je blijft dan vol aandacht telkens een stap zetten, heel langzaam en heel bewust. Dat heeft mij ontzettend goed gedaan. Ik voelde me daarna altijd meer gegrond, geworteld in de aarde. Er ontstond meer lichaamsbewustzijn en daardoor meer verbondenheid met de natuur. Het gekke was dat theorieën over ‘anders omgaan met de aarde’ die toen ook al in zwang waren, opeens bij me binnen kwamen. Van te voren had ik ze gehoord en was er mee bezig geweest, maar achteraf gezien meer ‘mentaal’. We wisten dat er iets moest gebeuren, maar het ging allemaal veel via het hoofd. Sinds de kinhin voelde ik me veel meer met de aarde verbonden en kon ik ook lijfelijk beter voelen wat er met de aarde aan de hand was. En kinhin kun je overal doen.’
Voordat Thea afscheid nam hebben we in de huiskamer nog twintig minuten kinhin gedaan. ‘Ik moet nog veel oefenen voordat het me echt lukt, ‘zei Thea toen ze wegging. ‘maar ik ga het thuis zeker vaak proberen. Ik heb wel een glimp gekregen van wat het kan betekenen. Het wordt tijd dat we het contact met de aarde vernieuwen.’
Reacties zijn welkom via ojas@vgamsterdam.nl.